Minister Ribbe De Bie : een gesprek
Geplaatst op vrijdag 19 maart 2010 om 23:24 door bibliotheekmedewerkerWoensdagmiddag. De gemeenteschool aan de Margote in Wichelen. Een joelende meute schoolkinderen verlaat het met kunstwerken gevulde gebouw. Een ganse voormiddag hebben zij geschreven, geschilderd, geplakt en geknutseld om hun recht op boeken veilig te stellen. Alle opdrachten die zij moesten vervullen waren tijdig klaar. Hun dag kan niet meer stuk. Ook in Wichelen is het aangekondigde boekenverbod nu definitief opgeheven.
Opnieuw een klap in het gezicht van minister van Overbodige Zaken, Ribbe De Bie, die moedeloos en alleen achterblijft in het schoolgebouw. Zelfs de nog aanwezige leerkrachten kijken niet meer naar hem om. Als we de minister aanspreken en vragen om een interview is hij aangenaam verrast. Hij staat een gesprek toe, maar wil niet dat er foto’s worden genomen.
Als wij voorstellen om tijdens het interview zijn portret te schilderen gaat hij akkoord, op voorwaarde dat het een impressionistisch schilderij is. ‘Want ik ben een impressionante persoonlijkheid’, zegt hij trots. Hij stelt voor om te poseren terwijl hij een boek weggooit in een rode vuilnisbak. ‘Rood is een mooie kleur’ zegt hij ‘en, weet je wat, ik neem een groen boek als contrast.’
‘Kan u zo een tweetal uur onbeweeglijk blijven staan, excellentie?’, vragen wij beleefd. ‘Mag ik wel mijn mond bewegen?’, vraagt de minister. Dat mag.
Hoe bent u op het idee gekomen om boeken te verbieden?
Ik kan zelf niet lezen. Dat is heel vervelend, vooral in een gezelschap van mensen die wel kunnen lezen. En zo zijn er dus heel veel gezelschappen, weet u. Ik kwam zowat een maand geleden bij mijn broer aan huis. Eén van zijn kinderen zat in een boek te lezen. Ik zeg : doe onmiddellijk dat boek weg. Maar oom, het is zo’n mooi verhaal, zegt dat kind dan. Ja, dan sta je compleet machteloos, want je wil zelf ook wel een mooi verhaal, maar dat kan niet. Dus heb ik beslist om het lezen van boeken voor iedereen te verbieden. Om het analfabetisme te democratiseren, begrijpt u.
Is dat niet een beetje kort door de bocht?
Nu begint u over wielrennen. Wat bent u voor een vragensteller. Kunt u wel bij het onderwerp blijven alstublieft. Pas op, ik wil over alles praten. Ik heb thuis een hond, ziet u, en die heeft verschrikkelijk veel last van diarree. Ik bedoel maar dat ik ook een enorme dierenliefhebber ben.
Welk voedsel geeft u aan die hond?
Die krijgt alleen de beste vlierbessensiroop. Dat is goed voor zijn vacht. Tenminste dat denk ik, want die vacht glanst altijd zo mooi.
Krijgt uw hond nooit hapklare brokken?
Begint u nu ook al? Hapklare brokken, iedereen begint altijd maar over hapklare brokken. Hapklare brokken en een been. Dat is goed voor de tanden. Weer van die typische boekenpraat. Ik heb ook tanden, dus zal ik zelf wel weten wat goed is voor mijn hond. Daar heb ik uw boekenwijsheid niet voor nodig, dank u wel. Trouwens ik ben klaar met dit interview. Mijn arm slaapt. Hoe zit dat met mijn portret?
Opnieuw een klap in het gezicht van minister van Overbodige Zaken, Ribbe De Bie, die moedeloos en alleen achterblijft in het schoolgebouw. Zelfs de nog aanwezige leerkrachten kijken niet meer naar hem om. Als we de minister aanspreken en vragen om een interview is hij aangenaam verrast. Hij staat een gesprek toe, maar wil niet dat er foto’s worden genomen.
Als wij voorstellen om tijdens het interview zijn portret te schilderen gaat hij akkoord, op voorwaarde dat het een impressionistisch schilderij is. ‘Want ik ben een impressionante persoonlijkheid’, zegt hij trots. Hij stelt voor om te poseren terwijl hij een boek weggooit in een rode vuilnisbak. ‘Rood is een mooie kleur’ zegt hij ‘en, weet je wat, ik neem een groen boek als contrast.’
‘Kan u zo een tweetal uur onbeweeglijk blijven staan, excellentie?’, vragen wij beleefd. ‘Mag ik wel mijn mond bewegen?’, vraagt de minister. Dat mag.
Hoe bent u op het idee gekomen om boeken te verbieden?
Ik kan zelf niet lezen. Dat is heel vervelend, vooral in een gezelschap van mensen die wel kunnen lezen. En zo zijn er dus heel veel gezelschappen, weet u. Ik kwam zowat een maand geleden bij mijn broer aan huis. Eén van zijn kinderen zat in een boek te lezen. Ik zeg : doe onmiddellijk dat boek weg. Maar oom, het is zo’n mooi verhaal, zegt dat kind dan. Ja, dan sta je compleet machteloos, want je wil zelf ook wel een mooi verhaal, maar dat kan niet. Dus heb ik beslist om het lezen van boeken voor iedereen te verbieden. Om het analfabetisme te democratiseren, begrijpt u.
Is dat niet een beetje kort door de bocht?
Nu begint u over wielrennen. Wat bent u voor een vragensteller. Kunt u wel bij het onderwerp blijven alstublieft. Pas op, ik wil over alles praten. Ik heb thuis een hond, ziet u, en die heeft verschrikkelijk veel last van diarree. Ik bedoel maar dat ik ook een enorme dierenliefhebber ben.
Welk voedsel geeft u aan die hond?
Die krijgt alleen de beste vlierbessensiroop. Dat is goed voor zijn vacht. Tenminste dat denk ik, want die vacht glanst altijd zo mooi.
Krijgt uw hond nooit hapklare brokken?
Begint u nu ook al? Hapklare brokken, iedereen begint altijd maar over hapklare brokken. Hapklare brokken en een been. Dat is goed voor de tanden. Weer van die typische boekenpraat. Ik heb ook tanden, dus zal ik zelf wel weten wat goed is voor mijn hond. Daar heb ik uw boekenwijsheid niet voor nodig, dank u wel. Trouwens ik ben klaar met dit interview. Mijn arm slaapt. Hoe zit dat met mijn portret?